ClubEnsayos.com - Ensayos de Calidad, Tareas y Monografias
Buscar

De Republiek


Enviado por   •  24 de Marzo de 2014  •  7.496 Palabras (30 Páginas)  •  145 Visitas

Página 1 de 30

1.1

Centralisatie 1477 - 1560 Engeland

- Hendrik VII komt aan de macht (1495)herstelt gezag van de koning d.m.v. centralisatie.

- De macht van de adel werd ingeperkt; privélegers werden verboden, invloed op rechtspraak

werd voor de hoge adel ingeperkt.

- Parlement (bestaande uit het hogerhuis en het lagerhuis) bleef een sterk tegenwicht voor

Hednrik VII. Frankrijk

- Lodewijk XI komt aan de macht (1461) er komt een eind aan de lange periode van choas en geweld.

- Ook Lodewijk centraliseert; hij verbied privélegers en versterkt het koninklijke leger.

- Belangrijk verschil met Engeland: in Frankrijk had de volksvertegenwoordiging (de staten

generaal) weinig te vertellen, met als gevolg dat de eerste stappen naar absolutisme worden gezet.

Reformatie 1500

- De macht van de koningen werd bedreigd door de geloofsverdeeldheid (Rooms Kath. vs Prost.).

- De koningen wilden maar één geloof in hun land. Hendrik VIII sticht Anglicaanse kerk 1534

- Hendrik VIII was een trouwe aanhanger van de Paus maar toen hij wilde scheiden van een Spaanse prinses werkte de Paus niet mee. Nadat Hendrik de bisschoppen en het parlement onder druk zette werd het huwelijk ongeldig verklaart.

- Hendrik trouwde met een hofdame maar toen zij hem geen zonen schonk, liet hij haar onthoofden.

- Na zijn eerste scheiding in 1534 riep het parlement hem uit tot hoofd van de Engelse kerk, voortaan de staatskerk; Anglicaanse kerk.

- Kloosters werden opgeheven en geplunderd, de Bijbel werd vertaald in het engels. De meeste ideeen van de reformatie bleven verboden. Ketters werden op de brandstapel gedood.

Protestandse kerkleer ingevoerd in Engeland 1547

- Hendriks zoon Eduard voert deze leer in.

- Kerken werden van hun beelden ontdaan, geestelijken mochten nu trouwen, de katholieke

mis werd vervangen door een protestandse kerkdienst met preek, gebed, bijbellezing en

psalmgezang.

- Nu waren het de katholieken die werden vervolgt en de protestanten niet meer.

Fransen blijven Katholiek

- De paus gaf koning Frans I het recht om belangrijke geestelijken te benoemen, Franse koning had de kerk onder controle.

- De Fransen waren aanvankelijk tolerant t.o.v. de protestanten tot 1534 toen er overal aanplakbiljetten werden opgehangen waarop de mis werd aangvallen.

- De koning gaf opdracht ketters op te sporen en op de brandstapel te zetten.

- Frans I zijn zoon; Hendrik II voerde in 1551 een strenge strijd tegen de protestanten. Zelfs

discussies over godsdienst werden strafbaar gesteld. 1.2

Nederland

- In de middeleeuwen waren de Nederlanden aparte staatjes. Holland, Brabant en de meeste andere gewesten behoorden tot het Duitse rijk. Vlaanderen en een paar andere zuidelijke gewesten behoorden bij Frankrijk.

- De hertog of graaf van het gewest was de grootste machthebber, die regeerde samen met de staten (vergadering van steden, adel en geestelijkheid van het gewest).

- Steden waren grotendeels zelfstandig, de adel bestuurde het platteland.

- In de 15e de eeuw gingen de meeste gewesten behoren bij het bourgondische rijk.

Het Bourgondische Rijk

- Met een politiek van centralisatie probeerden zij een zekere eenheid in hun rijk te krijgen.

- Brussel werd het regeringscentrum, de Grote Raad ( een hoogste rechtbank) werd ingesteld

en een centrale rekenkamer voor de geldzaken van het rijk.

- 1466 Staten Generaal, alle gewesten waren hierin vertegenwoordigd. De vorst maakte

hiermee afspraken over het geld dat de gewesten moesten opbrengen voor de centrale kas. De Nederlanden komen bij de Habsburgers

- In 1477 sneuvelt de laatste Bourgondische vorst, zijn dochter volgt op en trouwt met een Habsburger.

Karel V 1515 – 1555

- Karel wordt uitgeroepen tot heer van de Nederlanden, in de Staten-Generaal in Brussel.

- In 1516 wordt hij koning van Spanje. Hij was de machtigste vorst van zijn tijd.

- Via Italie kwamen de rijkdommen uit het oosten binnen: uit Amerika stroomde zilver de

staatskas binnen. Zilver was het belangrijkste betaalmiddel, en geld was macht.

- Karel zette in de Nederlanden de Bourgondische centralisatie politiek voort. Hij respecteerde

de privileges van de gewesten maar daar bovenop vormde hij in 1531 drie nieuw bestuursinstellingen; 1. de raad van state(het hoogste adviescollege), 2. de geheime raad (stelde wetten op en hield toezicht op de gewestelijke en lokale besturen) en 3. de raad van financien (ging over geldzaken zoals belastingen).

- Karel stelde in Brussel een landvoogd aan als zijn vervanger, tot 1530 was dat een tante van Karel, daarna een zus.

- Ook benoemde Karel in de gewesten een vervanger, stadhouder genaamd. Hiervoor koos hij leden van de hoge adel.

- Karel stelde vaste belastingen in en accijnz op bier, wijn en geweven stoffen. Hij zat namelijk altijd in geldnood omdat hij voortdurend oorlog voerde.

- Hij slaagde erin alle Nederlanden in handen te krijgen. In 1548 bracht hij alle 17 Nederlanden onder in één staatkundige eenheid. Hij liet de staten-generaal en de Duitse Rijksdag verklaren dat de Nederlanden een afzonderlijk en onafhankelijk deel van het Duitse rijk waren.

- In 1555 deed Karel afstand van de troon. Zijn jongere broer Ferdinand werd keizer van het Duitse rijk. Zijn zoon Fillips II werd heer der Nederlanden en koning van Spanje.

1.3

Onvrede

...

Descargar como (para miembros actualizados)  txt (47.7 Kb)  
Leer 29 páginas más »
Disponible sólo en Clubensayos.com